Kweek je eigen pindaplant

Vorig jaar zomer zijn we bij de Notenbeurs de uitdaging aangegaan om onze eigen pindaplant te kweken. Pinda’s worden eigenlijk alleen gekweekt in landen waar het met name erg warm is en niet te veel regent. Omdat de planten niet tegen de kou en vorst kunnen, kan je ze in Nederland het best eerst zaaien in een pot en bij een mooie warme zomer in de volle grond zetten.

De pinda wordt ook wel aardnoot genoemd, maar eigenlijk is de pinda een peulvrucht en heeft hij een vergelijkbare plant als een niet rankende boon. Als de plant gebloeid heeft, groeien de bevruchte bloemen de grond in. Daar ontwikkelen zich de peulen, de pindadoppen.

Hoe kweek je je eigen pindaplant?

  1. Zorg voor een aantal ongebrande hele (dop)pinda’s en leg ze op wat vochtig gemaakte watten, keukenpapier of glasvezel kweekstrookjes
  2. Hou de watten rondom de pinda’s goed vochtig en zet ze op een warme plek bij het raam of de verwarming zodat de pinda’s kunnen gaan ontkiemen
  3. Na ongeveer 5 tot 7 dagen zal je zien dat er een kleine wortel uit de pinda komt, laat deze groeien tot ongeveer 2 -3 cm
  4. Pak een pot en vul hem met potgrond en stop de pinda in de pot en geef hem water wanneer de potgrond droog aan voelt, ongeveer 1 à 2 keer per week
  5. Zet de plant op een zonnige plek in de woonkamer
  6. Je zult zien dat je al snel een klein plantje krijgt, let op dat de grond niet te vochtig is anders gaan de wortels rotten
  7. Je kunt als de plant groter wordt hem overpotten naar een grotere pot (30cm) en daarin de pinda’s kweken, maar als het mooi weer is kan je de pindaplant ook buiten in de volle grond verder laten groeien
  8. Oogst de pinda’s in oktober, verwacht geen bergen pinda’s maar het is wel erg leuk om te zien dat je ook in Nederland je eigen pinda’s kunt kweken.

 

Zo zie te plant er uit als je hem in volle grond plant, oogst ongeveer 3 pinda’s 

  

En in een kleine pot in de woonkamer krijg je dit resultaat