De cranberry is al eeuwenlang een bekende bes. De indianen gebruikte het sap uit de bes om het vergif uit verwondingen te zuigen. Schippers van lange vaartochten namen deze bessen mee aan boord om scheurbuik te voorkomen. De bessen waren namelijk lang houdbaar en bevatten veel vitaminen.
De naam is afkomstig van de kraanvogel: als de plant van de cranberry in bloei staat, lijken de zacht heen en weer wiegende roze/witte bloemen op de kop van een kraanvogel. Daar uit voorkomend werd de bes Crane berry genoemd, wat ‘kraanvogel bes’ betekent.
De cranberry heeft al een tijdje in Nederland zijn intrede gemaakt. In de duinen van Terschelling bijvoorbeeld worden al een tijd cranberries geteeld. De bessen groeien op een “heide-achtige” struik met massieve uitlopers en groeit op vrij arme grond goed. Dat is de reden dat ze in de duinen zo goed te telen zijn.
Het telen en oogsten van cranberries gaat als volgt:
Na de bloei worden de bloemen kleine groene knoppen die uitgroeien tot bessen.
Het oogsten van de bessen gebeurd op een bijzondere manier: ze laten een veld vollopen met water, de rijpe bessen drijven omdat deze een luchtbel bevatten. Hierdoor ontstaan er ‘cranberry meren’, een prachtig kleurrijk gezicht.
Gezond! Cranberries bevatten vele gezonde stoffen zoals antioxidanten en ook bevat de cranberry een stof welke helpt bij het voorkomen van blaasontstekingen.